Bestuurlijke drukte

Het is erg druk geweest, en als we niet oppassen wordt het steeds drukker. De fusie, de Lage Zijde, de voorjaarsnota, ze vergen allen veel tijd. Deels is dat niet te beïnvloeden, maar een ander deel doet de raad zichzelf aan.

De scheidslijn tussen gemeenteraad en dagelijks bestuur vervaagt steeds meer. We hebben klankbordgroepen, werkgroepen, vooroverlegjes. We schieten te pas en te onpas stukken uit (ingekomen stukken die op de raadsagenda staan worden door twee of meer partijen op de agenda van de raadscommissie geplaatst), die vervolgens geagendeerd worden en waarbij men op het moment van behandeling eigenlijk vergeten is waar het over gaat of waarbij zelfs de partijen die het stuk hebben uitgeschoten ontbreken! We vragen om de haverklap om evaluaties. Als we zo doorgaan, komen we onvoldoende aan ons eigenlijke werk toe.

Om even iets dieper in te gaan op het fenomeen klankbordgroep, werkgroep en dergelijke: in feite ontstaat er een soort extra bestuurslaag. Immers, de besluiten worden weliswaar in de raad genomen, maar worden vaak voorbereid in een klankbord- of werkgroep, en het is moeilijk om nog substantiële koerswijzigingen aan te brengen. In veel gemeenten, maar ook in het bedrijfsleven wordt dit soort groepjes ook gecreëerd door het bestuur om zich in te dekken (bij ons worden dit soort groepjes meestal door de raad geïnstalleerd). Als er iets fout gaat, wordt gezegd: "Maar jullie zaten er toch bij?". Veel van deze groepjes bemoeien zich bovendien mijns inziens te veel met de uitvoering. Laten we het college en de ambtenaren het werk laten doen, wij initiëren, stellen kaders en controleren, en bemoeien ons niet met de uitvoeringsfase. Wij hoeven niet elke week bij B&W op schoot te zitten.

De raad vertegenwoordigt onze inwoners, controleert het gemeentebestuur en heeft het budgetrecht. We zijn niet degenen die het dagelijks bestuur van de stad vormen. Het dagelijks bestuurt draagt zorg voor de uitvoering van beleid binnen de gestelde inhoudelijke en financiële kaders. Eén keer per jaar legt het college verantwoording af in het jaarverslag. Voor grote projecten is soms een aparte evaluatie op zijn plaats. Als we misstanden of problemen ontdekken, kaarten raadsleden dat ook aan. Maar de raad dient zich bij elke artikel 43-vraag, bij elke roep om evaluatie of een tussenrapportage, te realiseren dat dat ambtelijke tijd kost die niet ten gunste van onze inwoners komt. Voeg daarbij het gegeven dat bij de vorige, maar ook bij deze bezuinigingsronde, om een reductie van het aantal ambtenaren wordt gevraagd. Dat betekent dat we als raad zuinig om moeten gaan met ambtenarentijd.

De raad moet veel meer dan nu het geval is de initiator zijn van nieuw beleid, in plaats van af te wachten welke voorstellen uit het college rollen. Het is bij uitstek de taak van een raadslid als volksvertegenwoordiger om geluiden uit de samenleving te vertalen in nieuw beleid of aanpassing van bestaand beleid. Dat moet niet gebeuren op basis van incidenten, zoals nu te vaak gebeurt. Om het bekende voorbeeld maar weer uit de kast te halen: een inwoner die klaagt over een losliggende stoeptegel verwijs je als raadslid naar de ambtelijke dienst, of in andere gevallen breng je hem of haar in contact met de wethouder. Maar als tientallen of honderden inwoners klagen over losliggende stoeptegels in de gemeente, is dat voor een raadslid reden het beleid rond het onderhoud van het openbaar gebied tegen het licht te houden en waar nodig voorstellen voor aanpassing te doen. Als een groep inwoners bij een raadslid aanklopt met een nieuw initiatief voor bijvoorbeeld woningbouw of speeltuinen, ligt daar een taak voor het raadslid, maar niet als een inwoner klaagt over een kapotte wipkip.

Er komen veel grote onderwerpen nog op ons af. We moeten nog een nieuw WMO-beleidsplan vaststellen, de jeugdzorg en de portfeuille werk wordt overgeheveld naar de gemeente, de fusie.Stuk voor stuk zeer belangrijke onderwerpen waar de raad veel tijd in moet stoppen. Reden te meer om terughoudend te zijn met klein bier.

Ik wens u allen een fantastische zomervakantie.