Zorg om de zorg, deel 2
Vorige week verhaalde ik over de wijkverpleging. Er zitten
meer vreemde zaken in het akkoord.
3. Men gaat “de tabaksaccijns verhogen om te komen tot een rookvrije generatie”, maar gaat “problematisch alcoholgebruik aanpakken”. Waarom gaat men, er van uitgaande dat een verhoging van accijns het gebruik terugdringt, ook de accijns op alcohol niet fors verhogen? Het percentage rokers ligt in 2015 op 26,1%, het percentage dagelijkse rokers op 19,4%. In 1990 lagen deze percentages op 37,5% resp. 32,1%. Een forse daling, die voor een groot deel toegeschreven wordt aan de verhoging van de verhoging van de accijns op tabak, en deels aan het verbod op reclame voor tabak (bron: VWS).
Als we naar alcohol kijken: de Gezondheidsraad adviseert eigenlijk geen alcohol te gebruiken, of ten hoogste een glas per dag; 60% van de Nederlanders gebruikt meer alcohol dan een glas per dag. Het alcoholgebruik loopt wel langzaam terug (van 9 liter zuivere alcohol per hoofd van de bevolking per jaar naar 7 liter, waarschijnlijk ook ten gevolge van accijnsverhoging en beperking van de reclamemogelijkheden). Het aantal alcoholverslaafde bedraagt ruwweg tussen de 2 en 3% van de bevolking. Voldoende argumenten om ook de accijns op alcohol fors te verhogen, als je een gezonde leefstijl wilt bevorderen. Maar dat gebeurt niet.
1.
In verpleeghuizen moeten er een ander manier van
werken en organiseren komen: kleinschalig, vraaggericht, innovatief, met minder
regels en meer vertrouwen in de zorgprofessionals. Een zin later staat er: Dit
moet daadwerkelijk leiden tot een aantoonbare verbetering van de kwaliteit. Dit
is waar de schoen wringt, niet alleen hier, maar in de hele zorg en ver
daarbuiten. Aan de ene kant willen we controleren of ingezet beleid en middelen
de gestelde doelen bereiken, anderzijds willen we zo min mogelijk regels en zo
mijn mogelijk tijd besteden aan administratie. Het vergt veel lef om zaken los te
laten. Maar als je duidelijke doelen stelt, zijn professionals prima in staat
om zelf in te vullen hoe ze deze doelen bereiken. Bemoei je niet met de
uitvoering en zorg dat je kwaliteitsbewaking kunt doen op de gegevens die toch
vastgelegd moeten worden, waardoor extra registratiewerk wordt voorkomen. Als
je een professional inzage geeft in het eigen handelen afgezet tegen een groep
van zijn gelijken, is de professional de eerste om zaken te verbeteren.
2.
“We stellen extra middelen beschikbaar voor
palliatieve zorg”. Ik denk dat ik wel weet waar dit vandaan komt. De gedachte
is dat goede palliatieve zorg minder snel leidt tot een vraag om euthanasie.
Echter, ik ben mij niet bewust dat er knelpunten zijn op het gebied van palliatieve
zorg.3. Men gaat “de tabaksaccijns verhogen om te komen tot een rookvrije generatie”, maar gaat “problematisch alcoholgebruik aanpakken”. Waarom gaat men, er van uitgaande dat een verhoging van accijns het gebruik terugdringt, ook de accijns op alcohol niet fors verhogen? Het percentage rokers ligt in 2015 op 26,1%, het percentage dagelijkse rokers op 19,4%. In 1990 lagen deze percentages op 37,5% resp. 32,1%. Een forse daling, die voor een groot deel toegeschreven wordt aan de verhoging van de verhoging van de accijns op tabak, en deels aan het verbod op reclame voor tabak (bron: VWS).
Als we naar alcohol kijken: de Gezondheidsraad adviseert eigenlijk geen alcohol te gebruiken, of ten hoogste een glas per dag; 60% van de Nederlanders gebruikt meer alcohol dan een glas per dag. Het alcoholgebruik loopt wel langzaam terug (van 9 liter zuivere alcohol per hoofd van de bevolking per jaar naar 7 liter, waarschijnlijk ook ten gevolge van accijnsverhoging en beperking van de reclamemogelijkheden). Het aantal alcoholverslaafde bedraagt ruwweg tussen de 2 en 3% van de bevolking. Voldoende argumenten om ook de accijns op alcohol fors te verhogen, als je een gezonde leefstijl wilt bevorderen. Maar dat gebeurt niet.
Volgende week het laatste deel over de huisartsenzorg en eerste
lijn.
Reacties