Debatteren moet

Afgelopen week hebben de commissievoorzitters en andere geïnteresseerde raadsleden het tweede deel van de voorzitterstraining gehad. Onderwerp van de avond was het stimuleren van debat. Vorige week zaterdag hebben we als fractie een opfriscursus presenteren en debatteren gekregen. En wat lees ik deze week in de kranten: de VVD slaat binnen eigen gelederen het debat dood.
Diverse VVD-prominenten roeren zich. Om de lieve vrede met de gedoogpartner wordt het debat uit onze partij gebannen. Is dat zo? Ik denk dat deze VVD-prominenten wel gelijk hebben. Pregnant voorbeeld was de discussie rond het verschijnen van het boek van Eerste Kamerlid Sybe Schaap. Schaap constateerde dat de PVV een tactiek hanteert waarbij je mensen bang maakt voor een probleem en daar een groep mensen de schuld van geeft, en dat dat niet zonder consequenties is. Premier Rutte was er als de kippen bij om het boek te veroordelen, de partijtop probeerde de publicatie van het boek uit te stellen. Vreemd, want de constatering klopt. En hebben wij vrijheid van meningsuiting niet zeer hoog in ons vaandel staan? De PVV is overigens niet de enige partij die mensen bang maakt voor een probleem en daar vervolgens iets of iemand anders de schuld van geeft.

Maar goed, terug naar de kern. Het lijkt inderdaad of het debat in onze partij angstvallig wordt vermeden. Enerzijds is dat, met de perikelen rond Rita Verdonk nog in het achterhoofd, wel begrijpelijk. Een debat dat niet netjes wordt gevoerd, leidt tot schade aan de partij. Maar we kunnen als VVD'ers toch hopelijk wel debatteren met respect voor elkaars standpunten en ons vervolgens neerleggen bij de wens van een meerderheid, of ons desnoods neerleggen bij een voldongen feit? Ik hoop dat de Catshuisbesprekingen leiden tot duidelijke maatregelen. Als er slappe compromissen uitkomen, moet je daar als partij over kunnen debatteren. Ik vind dat Remkes gelijk heeft als hij zegt dat deze economische tijden vragen om ingrijpende maatregelen, en dat als de PVV daar geen verantwoordelijkheid voor wenst te nemen, we elders moeten aankloppen; geen slappe compromissen dus. Ik vind dat Nijpels gelijk heeft als hij zegt dat debatteren niet gelijk staat aan een gebrek aan loyaliteit. Maar misschien zie ik het allemaal verkeerd, en kunnen mensen mij in een debat van mijn ongelijk overtuigen. Maar dan moet dat debat wel gevoerd worden. Ik houd er niet van om de vuile was buiten te hangen, maar je moet toch gewoon kunnen debatteren?

Het angstvallig weghouden van het debat past een partij als de VVD niet; het wekt de indruk dat je bang bent het debat te verliezen. Het leidt op de lange duur tot frustraties, die op hun beurt weer tot uitbarstingen leiden. Vaak gebeurt dat op momenten dat je dat nu juist niet wilt, namelijk vlak voor verkiezingen. Juist door continu te debatteren en dat niet uit de weg te gaan, voorkom je dat partijleden zich gefrustreerd gaan voelen. Je moet je leden de gelegenheid geven uiting te geven aan hun gevoelens en ideeën. Niet bang zijn dat een deel misschien de gedoogconstructie niet ziet zitten, of dat er mensen zijn die de gedoog-, of misschien zelfs de coalitiepartner van repliek willen dienen. Ik ben zelf getuige geweest van het partijcongres in Groningen in mei 2005, waar het Liberaal Manifest is vastgesteld. Dat leek destijds eerder een liefdesverklaring aan D66 (in maart 2005 was het wetsvoorstel voor een gekozen burgemeester in de Eerste Kamer gesneuveld hetgeen leidde tot het aftreden van minister de Graaff) dan een VVD-partijcongres. Dat wil ik niet meer meemaken. We zijn een ideeën- en debatpartij, laten we dat ook blijven!

Tot volgende week.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Hippocrates

De volgende stap

Much ado about nothing