Van koopzondagen en andere zaken

We zijn vandaag naar Deventer geweest, de Dickens-kerstmarkt. Erg gezellig, erg druk, eigenlijk te druk. Zo'n stad leeft met dit soort evenementen. De winkels zijn open, en worden mede door hetgeen zich buiten afspeelt goed bezocht.
Dat is een heel verschil met de aanblik van het centrum van Alphen aan den Rijn op de meeste zondagen. Een blind paard richt er geen schade aan. Meer koopzondagen zijn nodig, maar er is meer nodig om het centrum van Alphen te verlevendigen. De horeca moet open tijdens de winkelopeningstijden, en er moet gezorgd worden voor meer entertainment; immers, mensen komen op zondag voor de gezelligheid. De ijsbaan komt er vier weken per jaar, maar dat is niet genoeg. Daar ligt een schone taak voor de winkeliers. Een koppeling met de toeristische attracties ligt ook voor de hand. Bij besteding van x Euro krijg je korting bij Archeon of Avifauna, bezoekers aanAvifauna of Archeon krijgen kortingsbonnen die ze op koopzondagen kunnen besteden. Mogelijkheden te over.
De koopzondagdiscussie is een van de vele onderwerpen die op de lange raadsagenda staan; we beginnen daarom donderdag om 17.00 uur! Naast de principiële argumenten tegen een koopzondag (zondagsrust, angst voor 24-uurs economie) worden ook andere argumenten ingebracht. Onderzoek toont aan dat de meerderheid voor meer koopzondagen is (liefst om de twee weken) en dat bezoekers aan koopzondagen wezenlijk andere mensen zijn met ander gedrag dan op koopavonden. Aspecten als veiligheid (men voelt zich overdag veiliger) en de mogelijkheid mensen te ontmoeten zijn belangrijke redenen om de koopzondag te bezoeken.
Een ander onderwerp is uiteraard de St Welzijn. Alle raadsfracties zijn het met elkaar eens dat er een sterke lokale welzijnsorganisatie moet komen, en dat dat met de huidige stichting niet lukt. De weg naar een nieuwe stichting verschilt echter. De een pleit voor de fusie met stichting Zorgwijzer, de ander laat de huidige stichting liever failliet gaan en start met een nieuwe. Ik denk dat de wethouder voort moet met de uitwerking van het fusiescenario, dat wel enige aanpassing behoeft (zo moet de indicering geen onderdeel worden van de nieuwe welzijnsorganisatie). De raad moet vervolgens in de gelegenheid worden gesteld deze koers bij te stellen indien nodig, bijvoorbeeld door een tussenevaluatie in april in te lassen alvorens een definitief besluit in juli wordt genomen. Daar komen we wel uit denk ik.
Wat mij erg gestoken heeft, is het voorstel over de startersleningen, gevolg van het initiatiefvoorstel van oud-raadslid Louise Harmsma van de VVD. Het college had er in september niet veel zin in, en dat blijkt wel uit dit voorstel. Men gaat uit van het zwartste scenario, berekent dat scenario gelijk voor 30 (!) jaar (geen starter die 30 jaar in hetzelfde huis woont) en komt vervolgens tot de conclusie dat daar 13,7 miljoen voor nodig is. Tegelijkertijd stelt men voor eerst de andere mogelijkheden te onderzoeken en daarna met een integraal voorstel te komen. Probleem is dat er nu een subidie van het Rijk ligt, die mogelijk aan onze neus voorbij gaat als we te lang wachten. Bovendien: de VNG is niet voor niets bezig met en modelverordening voor startersleningen, het zal wel een instrument zijn dat werkt. Niemand bestrijdt dat starters een probleem hebben, dus laten we dat voortvarend oppakken. Laten we nu eerst eens een voorstel voor de komende drie jaar maken, en vervolgens kijken of het instrument werkt. Even doorpakken. Als we de subsidie van het Rijk mislopen, mag het college wat mij betreft zelf op zoek naar een dekking uit de eigen portefeuilles!